De hoogte van de Wajong uitkering is afhankelijk van het arbeidsongeschikheidspercentage. Dit percentage wordt vastgesteld aan de hand van de beoordeling door de verzekeringsarts en de beoordeling door de arbeidsdeskundige. Door uit te rekenen hoeveel iemand met beperkingen kan verdienen en dit bedrag te vergelijken met het minimumloon, komt men op het percentage.
Voorbeeld arbeidsongeschikheidspercentage
Mira heeft een spierziekte. Daardoor kan ze minder uren werken. Ze kan ook niet meer al het werk doen. Volgens de berekening van de arbeidsdeskundige kan zou ze 500 euro kunnen verdienen. Mira heeft nooit gewerkt. Daarom wordt dit bedrag vergeleken met het minimumloon. Dat is ongeveer 1300 euro. Haar arbeidsongeschiktheidspercentage is:
€ 1300 - € 500
------------------------- x 100 = 62 % arbeidsongeschikt
€ 1300
Arbeidsongeschiktheidsklasse
Elk arbeidsongeschiktheidspercentage hoort in een klasse. De klasse bepaalt de hoogte van de uitkering. Doordat Mira 62% arbeidsongeschikt is, valt ze in de klasse 55-65% en is de hoogte van de uitkering 42% van de grondslag voor de Wajong. De grondslag is ongeveer gelijk aan het minimumloon. Voor precieze hoogte van de grondslag in 2016 kijkt u op:
Klasse | Hoogte uitkering |
25-35% | 21% van de grondslag Wajong |
35-45% | 28% van de grondslag Wajong |
45-55% | 35% van de grondslag Wajong |
55-65% | 42% van de grondslag Wajong |
65-80% | 50,75% van de grondslag Wajong |
80-100% | 75% van de grondslag Wajong |
Verhoging uitkering bij hulpbehoevendheid
Bent u zo hulpbehoevend dat u regelmatig verzorging nodig heeft? Dan kan het UWV de uitkering verhogen tot 85% of 100% van de grondslag. Woont u in een instelling en worden de kosten daarvan door een verzekeraar betaald? Dan geldt de verhoging niet.