Hebt u betaald werk gevonden? Dan wordt uw Wajong-uitkering waarschijnlijk aangepast.
Als u gaat werken, hebt u meestal niet langer recht op dezelfde Wajong-uitkering. Want u verdient loon. Om te bepalen hoe hoog uw uitkering wordt, moet UWV weten hoeveel u gaat verdienen. Uw arbeidsongeschiktheid wordt dan opnieuw berekend.
Rekenvoorbeeld
Ellen is met een handicap geboren en is inmiddels 25 jaar. Zij is volledig arbeidsongeschikt (80-100%) verklaard en heeft nooit kunnen werken. Het loon waarmee wordt bepaald of ze arbeidsongeschikt is, is daarom het minimumloon. Dat is ca €1300.
Het gaat beter met Ellen en zij vindt een baan voor 16 uur per week. Per maand verdient ze daarmee €700.
Eerst rekenen we uit of haar arbeidsongeschiktheidspercentage verandert. Daarna kijken we welke uitkering daarbij hoort.
€ 1300 - € 700
------------------------- x 100 = 46 % arbeidsongeschikt
€ 1300
Bij elk arbeidsongeschiktheidspercentage hoort een klasse. De klasse bepaalt de hoogte van de uitkering.
Klasse | Hoogte uitkering |
---|---|
25-35% | 21% van de grondslag Wajong |
35-45% | 28% van de grondslag Wajong |
45-55% | 35% van de grondslag Wajong |
55-65% | 42% van de grondslag Wajong |
65-80% | 50,75% van de grondslag Wajong |
80-100% | 75% van de grondslag Wajong |
Omdat Ellen 46% arbeidsongeschikt is komt ze in de arbeidsongeschiktheidsklasse 45-55%. Bij deze klasse hoort een uitkering van 35% van de Wajong-grondslag (ca €1300).
Ellen kreeg voorheen een volledige Wajong-uitkering van: 75% van €1300 = €975
Nu zij gaat werken krijgt ze een gedeeltelijke Wajong-uitkering van: 35% van €1300 = €455
Bovendien verdient ze €700 loon.
Dat is totaal dus €700 + €455 = €1155
Door te gaan werkgen gaat Ellen er dus €180 euro op vooruit.
Terugvallen op uw uitkering
In de eerste 5 jaar dat u werkt, verandert het UWV uw uitkering nog niet officieel. Houdt u het werk toch niet vol? Dan krijgt u uw oude uitkering weer.