Hebt u betaald werk gevonden? Dan hangt het af van uw situatie of het gevolgen heeft voor uw uitkering.
Bij de WAO-beoordeling heeft het UWV bepaald hoeveel u kunt verdienen. Verdient u evenveel of minder dan dit bedrag, dan blijft uw WAO-uitkering waarschijnlijk gelijk. Verdient u meer, dan kan uw WAO-uitkering lager worden.
Bij de WAO-beoordeling heeft het UWV uw arbeidsongeschiktheidspercentage berekend. De hoogte van de WAO-uitkering hangt af de arbeidsongeschiktheidsklasse die hoort bij uw arbeidsongeschiktheidspercentage. Als u (meer) loon gaat verdienen, verandert uw arbeidsongeschiktheidspercentage. Als het percentage bij een lagere klasse hoort, krijgt u een lagere uitkering.
Na 6 maanden roept het UWV u op voor een herbeoordeling. De verzekeringsarts stelt vast hoeveel u aankunt. De arbeidsdeskundige berekent hoeveel u zou kunnen verdienen. Het UWV stelt dan vast of u nog een WAO-uitkering krijgt en hoe hoog de uitkering dan is.
Rekenvoorbeeld
Ray verdiende € 1.000 voordat hij ziek werd. Na zijn ziekte kan hij nog maar € 400 verdienen. Door zijn ziekte kan hij €600 minder verdienen dan eerst. Zijn arbeidsongeschiktheidspercentage is €600/€1.000 = 60%.
Elk arbeidsongeschiktheidspercentage hoort in een klasse. De klasse bepaalt de hoogte van de uitkering. Voor Ray is dit 42% van het dagloon of van het vervolgdagloon.
Klasse | Hoogte uitkering |
---|---|
15-25% | 14% van het dagloon of vervolgdagloon |
25-35% | 21% van het dagloon of vervolgdagloon |
35-45% | 28% van het dagloon of vervolgdagloon |
45-55% | 35% van het dagloon of vervolgdagloon |
55-65% | 42% van het dagloon of vervolgdagloon |
65-80% | 50,75% van het dagloon of vervolgdagloon |
80-100% | 75% van het dagloon of vervolgdagloon |
Ray vindt een baan. Per maand verdient hij €450. Eerst rekenen we uit of zijn arbeidsongeschiktheidspercentage verandert. Daarna kijken we welke uitkering daarbij hoort.
€ 1000 - € 450
------------------------- x 100 = 55 % arbeidsongeschikt
€ 1000
Bij een arbeidsongeschiktheidspercentage van 55% hoort een uitkering van 42% van het dagloon of vervolgdagloon. De uitkering van Ray gaat dus nog niet omlaag.
Stel Ray vindt een baan waarmee hij €500 verdient. In die situatie is zijn arbeidsongeschiktheidspercentage:
€ 1000 - € 500
------------------------- x 100 = 50 % arbeidsongeschikt
€ 1000
Bij een arbeidsongeschiktheidspercentage van 50% hoort een uitkering van 35% van het dagloon of vervolgdagloon. Als Ray €500 gaat verdienen, gaat zijn uitkering dus wel omlaag.
Tip: Het maken van een berekening van hoe uw situatie uitpakt als u (meer) gaat verdienen is niet eenvoudig. Vraag hulp bij een uw vakbond, een WAO platform of MEE.
Terugvallen op uw uitkering
Twijfelt u of u het werk kunt volhouden? Het UWV kan uw uitkering een bepaalde periode met uw loon verrekenen. Als na die periode nog niet duidelijk is of u het werk kunt volhouden, kan het UWV de proefperiode verlengen tot maximaal drie jaar. U maakt hierover een afspraak met de arbeidsdeskundige van het UWV.
Houdt u het werk in de afgesproken periode niet vol? Dan krijgt u uw oude uitkering weer. Als u na die periode nog steeds werkt, wordt de uitkering aangepast of stopgezet.
Als u een bedrijf start
Het UWV verlaagt uw uitkering zodra u met uw bedrijf winst maakt. Zoals de meeste startende ondernemers verdient u met uw bedrijf waarschijnlijk niet meteen genoeg om van te leven. Daarom is er in bepaalde gevallen voor u een aanvulling op uw inkomen mogelijk.