Wajong

Bent u al op jonge leeftijd arbeidsongeschikt geraakt (voor uw 18de en als u studeert voor uw 30ste verjaardag) dan kent de Nederlandse wetgeving verschillende vormen van ondersteuning op het gebied van inkomen èn re-integratie.

In de loop de jaren zijn hierover door verschillende regeringen meerdere wetten gemaakt, die deels nog naast elkaar bestaan. Op dit moment geldt de Wajong2015 en de Wet Vereenvoudiging Wajong.

Geschiedenis

Vóór 1998 gold de AAW, de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet. Daarna kwamen verschillende Wajong-wetten met elk hun eigen kenmerken en regels.

  1. Op 1 januari 1998 is de oudeWajong (oWajong) ingegaan en deze wet is nog steeds van kracht.
  2. Per 1 januari 2010 kunnen jonggehandicapten aanspraak maken op de Wajong2010.
  3. En per 1 januari 2015 geldt de Wajong2015, waar de jonggehandicapte alleen nog maar een beroep op kan doen als hij volledig én duurzaam arbeidsongeschikt is. Kan de jonggehandicapte wél werken (in jargon: niet Duurzaam Geen Arbeidsvermogen, nDGA) dan valt hij onder de verantwoordelijkheid van de Participatiewet.

De Wajong-wetten worden uitgevoerd door UWV, de Participatiewet door de diverse Gemeenten van Nederland.

Nederland kent dus drie Wajong-regelingen. Met drie verschillende regelingen en verschillen in rechten en plichten tussen deze regelingen, is  de Wajong erg complex. Daarbij loont werken in sommige gevallen niet altijd; kan werken leiden tot het verlies van het Wajong-recht ,en kan de Wajong een financiële drempel opwerpen om te gaan studeren.

Om deze knelpunten weg te nemen, en om meer eenheid te krijgen in de verschillende Wajong-wetten, is  in mei 2020 de Wet Vereenvoudiging Wajong aangenomen.

 

oWajong

Als u vóór 1 januari 2010 een uitkering heeft aangevraagd en gekregen, valt u onder de oude Wajong (oWajong). De oWajong is vooral gericht op inkomensondersteuning. Ondersteuning bij re-integratie is mogelijk op initiatief van de Wajonger.

De oWajong maakt onderscheid in de mate van arbeidsongeschiktheid. Het kent de volgende arbeidsongeschiktheids klassen, met daaraan gekoppeld de hoogte van de uitkering.:

  • minder dan 25% arbeidsongeschikt
  • tussen 25% en 50% arbeidsongeschikt
  • tussen 50% en 80% arbeidsongeschikt
  • meer dan 80% arbeidsongeschikt

Mensen die minder dan 25% arbeidsongeschikt zijn kunnen geen beroep doen op de Wajong-uitkering. Mensen die tussen 25% en 80% arbeidsongeschikt zijn kunnen een beroep doen op een deel van de Wajong-uitkering. Mensen die meer dan 80% arbeidsongeschikt zijn hebben recht op de volledige Wajong-uitkering. De volledige Wajong-uitkering bedraagt 75% van het wettelijk minimumloon.

Verdere kenmerken van oWajong zijn: de arbeidsongeschiktheids klasse  is  van invloed op de verrekening van inkomsten uit arbeid, studeren kan met behoud van volledige uitkering en het recht op herleving van het Wajong-recht tot 5 jaar na beëindiging.

 

Wajong2010

Als u tussen 1 januari 2010 en 1 januari 2015 een uitkering heeft aangevraagd, valt u onder Wajong 2010. Er ligt hier meer nadruk op het vinden en behouden van werk, en minder op de uitkering. Re-integreren is dan ook een verplichting en een passend werk aanbod mag niet worden geweigerd.

In de Wajong 2010 is er geen onderscheid meer tussen de verschillende arbeidsongeschiktheidsklassen. Alleen als u minder dan 75% het wettelijk minimumloon kunt verdienen (dit wordt het maatmaninkomen genoemd), is er recht op een Wajong-uitkering. Er wordt wel nog onderscheid gemaakt tussen Wajongers die volledig èn duurzaam arbeidsongeschikt zijn, en die met arbeidsvermogen (nu of in de toekomst). En dat onderscheid vertaalt zich in de hoogte van de uitkering: 70% van het wettelijk minimum loon bij arbeidsvermogen en 75% bij Duurzaam Geen Arbeidsvermogen.

Verdere verschillen met de oWajong zijn: verlaging van de uitkering bij studie en herleving van het Wajong-recht wordt beperkt tot 1 jaar.

 

Wajong2015

Per 1 januari 2015 kan een jonggehandicapte alleen nog maar in aanmerking komen voor de Wajong2015. Deze heeft twee belangrijke kenmerken:

  1. alleen inkomensondersteuning
  2. alleen voor jongeren tussen 18 en 30 jaar die door een ziekte of handicap nooit meer kunnen werken (Duurzaam Geen Arbeidsvermogen)

De uitkering bedraagt 75% van het wettelijk minimumloon en loopt door tot uw AOW-gerechtigde leeftijd. Studeren wordt beoordeeld als het hebben van arbeidsvermogen en kan niet samengaan met Wajong2015.

De aanvraag voor een Wajong2015 start met een Beoordeling Arbeidsvermogen bij UWV.


Wet Vereenvoudiging Wajong

Nederland kent dus drie Wajong-regelingen. Deze Wajong, met drie verschillende regelingen en verschillen in rechten en plichten tussen deze regelingen is erg complex. Daarbij loont werken in sommige gevallen niet altijd; kan werken leiden tot het verlies van het Wajong-recht en kan de Wajong een financiële drempel opwerpen om te gaan studeren.

Om meer eenheid te krijgen in de verschillende Wajong-wetten, en knelpunten weg te nemen is de Wet Vereenvoudiging Wajong per 1 januari 2021 ingegaan. Doel van deze wet is om knelpunten voor re-integratie (dus, werken) weg te nemen en de verschillende regelingen te vereenvoudigen en gelijk te trekken (harmoniseren). Uitgangspunt van de nieuwe wetgeving is dat werken moet worden gestimuleerd en (meer) werken lonend moet zijn.

Deze wet omvat 7 aanpassingen:

  1. Het aanpassen van de inkomensregelingen als iemand gaat werken en naast zijn loon een aanvulling vanuit de Wajong ontvangt.
  2. Versoepelen van de regels voor het herstel van de uitkering als mensen zijn gaan werken en op grond van hun handicap minder kunnen gaan werken of zelfs moeten stoppen met werken. Hun recht op Wajong kan herleven tot zij de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken.
  3. Verplichting tot het accepteren van passend werkaanbod wordt geschrapt.
  4. Schrappen studieregeling in de Wajong2010, geen lagere uitkering voor mensen die onderwijs volgen.
  5. Ook in de Wajong2015 mag worden gestudeerd (voorheen mocht dat niet en werd de uitkering geweigerd als je studeerde).
  6. Geen toegang meer tot de oWajong voor mensen die voor 1980 zijn geboren.
  7. Mogelijkheid dat mensen in oWajong net als in de Wajong2010 en Wajong 2015 op eigen verzoek hun uitkering kunnen beëindigen.

Sommige onderdelen spreken voor zich; enkele anderen worden hieronder verder uitgelegd.

 

De inkomensregeling

  • Van elke verdiende euro, behoudt de Wajonger mét arbeidsvermogen 30 cent (en wordt 70 cent verrekend met zijn uitkering); de uitkering is 70% van het WML (wettelijk minimum loon)
  • De Wajonger zónder arbeidsvermogen die toch werkt, houdt van elke verdiende euro 25 cent over (75 cent wordt verrekend met de uitkering, die 75% van het wettelijk minimum loon is)

 

Behoud van recht op Wajong

  • Als iemand met een Wajong2010 geen inkomensondersteuning meer nodig heeft, omdat hij 75% van zijn maatman aan loon verdient kijkt UWV na 5 jaar of de Wajong doorgaat of stopt (was 1 jaar voor Wajong2010 en ook 5 jaar voor oWajong ).
  • Is uw Wajong-uitkering gestopt, en wordt uw gezondheid slechter? Dan kunt u toch een Wajong-uitkering krijgen, totdat u de AOW-leeftijd bereikt. Het maakt dan niet uit door welke klachten dit komt.
  • Een Wajonger houdt Wajongrecht (ook na 5 jaar) bij gebruik van voorzieningen (bijvoorbeeld een regiotaxi, tolk, jobcoach of no-risk polis).

 

Passend werkaanbod

  • Iemand die een re-integratie traject volgt maakt afspraken met het UWV. Het re-integratietraject kan gericht zijn op het opdoen van werkervaring, het volgen van scholing en kan ook gericht zijn op passend werk. In dat geval is de Wajonger verplicht dit passend werkaanbod te accepteren.

 

Studeren met volledig behoud uitkering

  • Iedereen met een Wajong (oWajong, Wajong2010 en Wajong2015) mag studeren met volledig behoud van uitkering.

Beoordeling arbeidsvermogen

U bent tussen de 18 en 30 jaar, u wilt werken maar door ziekte of handicap zijn er beperkingen, arbeidsbeperkingen. Of u kunt op dit moment helemaal niet werken als gevolg van die beperkingen. Dan vraagt u een beoordeling arbeidsvermogen aan. Die beoordeling vraagt u aan bij UWV en wordt gedaan door een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige.

 

Wat verstaat UWV onder arbeidsbeperking?

Met arbeidsbeperking bedoelt UWV dat u door uw ziekte of handicap:

  • moeite heeft met het vinden of houden van werk. U kunt daardoor niet het minimum(jeugd)loon verdienen;
  • hulp of begeleiding nodig heeft die een gewone werkgever niet kan bieden, of
  • niet kunt werken.
     

En wat verstaat UWV onder arbeidsvermogen?

Met de Wajong2015 heeft de regering 4 criteria voor arbeidsvermogen vastgelegd in de wet. UWV beoordeelt de aanvrager volgens deze criteria.

  • U kunt een taak uitvoeren in een arbeidsorganisatie, in een bedrijf. Hiermee wordt bedoeld dat u misschien niet alle taken aankunt die horen bij een baan maar wel één taak die onderdeel uitmaakt van die baan.
  • U heeft basale werknemersvaardigheden; u kunt zich houden aan afspraken en u kunt opdrachten uitvoeren.
  • U kunt tenminste 1 uur aaneengesloten werken; dat wil zeggen dat u minimaal 1 uur uw aandacht bij het werk kunt houden, zonder dat u hierbij bijvoorbeeld intensieve begeleiding nodig heeft.
  • U bent tenminste 4 uur per dag belastbaar, dus u kunt minimaal 4 uur per werkdag werken.

Beoordelingsproces

Beoordeling arbeidsvermogen vraagt u aan door middel van een formulier(een uitgebreide, medische,  vragenlijst met ondersteunende stukken van huisarts en/of specialist). Daarna kan er een gesprek met verzekeringsarts en/of arbeidsdeskundige van UWV volgen. Uiterlijk 14 weken na uw aanvraag volgt een beslissing van UWV.

 

Verzekeringsarts

De verzekeringsarts doet zelfstandig, medisch onderzoek. Hij beoordeelt de individuele belastbaarheid en de mogelijkheden van cliënten om al dan niet gedeeltelijk te werken. In een gesprek wordt de gezondheidstoestand van de cliënt uitgevraagd. De verzekeringsarts bekijkt ook wat dit betekent voor het functioneren in de thuissituatie, relaties en in de maatschappij. Dit wordt aangevuld met een lichamelijk onderzoek of een onderzoek naar de psychische gesteldheid van de cliënt. De verzekeringsarts kijkt nadat hij een beeld heeft gevormd van de medische situatie wat de problematiek voor arbeidsbeperkingen met zich mee brengt.

 

Arbeidsdeskundige

De arbeidsdeskundige is specialist in mens, werk en inkomen, beoordeelt belasting en belastbaarheid van de mens in werk en kijkt actief naar mogelijkheden in werk en het werkvermogen van de mens.

Een arbeidsdeskundige stelt dus vast in hoeverre iemand arbeid kan verrichten.  Hij werkt hierbij samen met de verzekeringsarts. De arts heeft de mogelijkheden en beperkingen in kaart gebracht met behulp van een zogeheten functionele mogelijkhedenlijst (FML). De arbeidsdeskundige past vervolgens aan de hand hiervan de arbeidsmogelijkheden toe op taken en verantwoordelijkheden; vervolgens naar werkzaamheden en handelingen die hierbij verricht moeten worden.


Ondersteuning

Als er na de beoordeling arbeidsvermogen sprake is van een arbeidsbeperking, is de volgende stap te bepalen welke ondersteuning past bij de mate van beperking.

Is er sprake van arbeidsvermogen dan zijn de volgende twee ondersteuningen mogelijk.

 

Indicatie Banenafspraak

U kunt een Indicatie Banenafspraak krijgen als u zelfstandig kunt werken bij een gewone werkgever, maar door uw ziekte of handicap niet in staat bent het minimum(jeugd)loon te verdienen. Ook niet als u werkt met een voorziening, zoals een aangepaste werkplek.

Met de Indicatie Banenafspraak kan de gemeente u helpen bij het vinden van werk.

Met de Indicatie Banenafspraak wordt u opgenomen in het doelgroepregister. Voor een werkgever bent u dan (financieel) extra interessant om in dienst te nemen. De werkgever

  • voldoet aan een maatschappelijke verplichting (het in dienst nemen van mensen met een arbeidsbeperking);
  • kan gebruik maken van de no-riskpolis (dat wil zeggen dat de werkgever de loonkosten bij ziekte kan verhalen op UWV);
  • heeft een loonkostenvoordeel;
  • krijgt een vergoeding voor aanpassingen op de werkplek.

En u kunt gebruik maken van een jobcoach.

 

Advies Indicatie Beschut Werk

Het Advies Indicatie Beschut Werk is een advies van UWV aan de gemeente. Hierin staat dat u alleen in een beschutte werkomgeving kunt werken. Dit is een omgeving waar u meer begeleiding en aanpassingen op de werkplek krijgt dan een gewone werkgever kan bieden. Het is een advies; de gemeente beslist of u een beschutte werkplek kunt krijgen.

Als uit de beoordeling arbeidsvermogen komt dat u nu niet kunt werken en ook in de toekomst niet, als u dus duurzaam geen arbeidsvermogen heeft, komt u in aanmerking voor inkomensondersteuning.

 

Wajong2015

De Wajong krijgt u als u door ziekte of handicap nu en in de toekomst geen mogelijkheden heeft om te werken.

Ook geldt in ieder geval 1 van de volgende situaties:

  • Op uw 18e verjaardag heeft u een langdurige ziekte of handicap.
  • Op uw 18e verjaardag woont u in Nederland , de Europese Unie, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen of Zwitserland.
  • Kreeg u na uw 18e verjaardag een langdurige ziekte of handicap en volgde u minimaal 6 maanden een opleiding, in het jaar voordat u uw ziekte of handicap kreeg.
  • Kreeg u na uw 18e verjaardag een langdurige ziekte of handicap, dan moet u in Nederland wonen op de dag dat u geen mogelijkheden meer hebt om te werken, nu of in de toekomst.

Hoogte van de uitkering

Per 1 januari 2021 geldt de Wet Vereenvoudiging Wajong.  Hierbij zijn verschillen tussen de diverse Wajong regelingen rechtgetrokken, zowel in de hoogte van de uitkering als in de wijze van verrekening van verdiensten.

Voor de hoogte van de uitkering betekent dit dat die, bij arbeidsvermogen 70% bedraagt van het wettelijk minimumloon en bij géén arbeidsvermogen 75% van het wettelijk minimumloon .

 

Verrekening van inkomsten uit arbeid

Ook de verschillen bij verrekening van inkomsten uit arbeid tussen de verschillende vormen van Wajong (oWajong, Wajong 2010, Wajong 2015) zijn hiermee verdwenen.

 

Garantiebedrag

Het garantiebedrag moet ervoor zorgen dat niemand in inkomen achteruit gaat bij de nieuwe regeling per 1 januari 2021.

Wat houdt het garantiebedrag in? Heeft u betaald werk of een loongerelateerde uitkering (dat wil zegen een uitkering waarvan de hoogte afhangt van het verdiende loon bij toekenning, zoals WW, Ziektewet of WIA)? Dan zou het kunnen dat u volgens de nieuwe regels in totaal minder geld overhoudt dan nu en dat is niet de bedoeling. Daarom berekent UWV welk bedrag u volgens de oude regels overhoudt en welk bedrag dat zou zijn volgens de nieuwe regels. U krijgt dan vanaf 1 januari 2021 het hoogste van die twee bedragen als aanvullende Wajong-uitkering. Dat is het garantiebedrag.

Bij de verrekening van verdiensten maakt het wel nog uit of u wél of níet werkt op basis van loondispensatie  en of u wél of géén arbeidsvermogen hebt.

Werkt u op basis van loondispensatie, dan betaalt uw werkgever u per uur minder dan collega’s die het zelfde soort werk doen. U krijgt minder betaald, omdat u door uw beperking in een uur minder werk kunt verzetten dan een collega zonder arbeidsbeperking.

Er zijn daardoor drie verschillende situaties.

  1. Uw werkgever krijgt voor u géén loondispensatie. U heeft volgens UWV wél arbeidsvermogen. In dat geval wordt 70% van uw loon verrekend met uw uitkering. De overige 30% dus niet. In de praktijk betekent dit dat u van elke euro die u verdient, 30 cent overhoudt.
  2. Uw werkgever krijgt voor u géén loondispensatie. U heeft volgens UWV géén arbeidsvermogen. In dat geval wordt 75% van uw loon verrekend met je uitkering. De overige 25% dus niet. In de praktijk betekent dit dat u van elke euro die u verdient, 25 cent overhoudt.
  3. Uw werkgever krijgt voor u wél loondispensatie. In de praktijk komt dat alleen voor als u volgens UWV wél arbeidsvermogen hebt. In dat geval wordt 70% van uw loon verrekend met uw uitkering. Maar omdat u werkt met loondispensatie, geldt hierbij een compensatiefactor. Die zorgt ervoor dat u er geen nadeel van heeft dat u per uur minder betaald krijgt dan een ander. Soms blijft uw totale inkomen met deze compensatie toch nog lager dan wat u verdiend zou hebben als u geen arbeidsbeperking had gehad. In dat geval krijgt u van UWV een aanvulling tot het volledige loon dat hoort bij uw functie en het aantal uren dat u werkt. Ongeacht hoe hoog dat functieloon is. In de praktijk moet u wel 32 uur of meer werken om deze aanvulling te krijgen

UWV en Gemeente

Ondersteuning kan geboden worden op het gebied van inkomen en op het gebied van re-integratie.

 

Inkomen

Heeft u een Wajong-uitkering (oWajong, Wajong2010 of Wajong2015), dan heeft u recht op een uitkering van UWV. UWV kijkt niet naar uw gezinssituatie of uw vermogen.

Heeft u géén Wajong-uitkering dan kán u recht hebben op Participatie-uitkering (bijstandsuitkering). Bij de toekenning wordt wel uw vermogen en gezinssituatie meegenomen. De gemeente waar u woont kent de uitkering toe en is dan ook de uitvoerder. UWV voert enkel de arbeidsdeskundige en het verzekeringsgeneeskundige onderzoek uit. De gemeente voert de regels uit met betrekking tot ondersteuning. De gemeente houdt ook zicht op de verplichtingen die voortvloeien uit de Participatiewet. Als de gemeente merkt dat deze niet worden nagekomen, dan zullen zij handhaven. 

 

Re-integratie

Als u jonggehandicapt bent, maar wel arbeidsvermogen heeft, dan krijgt u recht op re-integratie ondersteuning door UWV of Gemeente.

Heeft u een Wajong-uitkering, dan is UWV WERKbedrijf verantwoordelijk voor re-integratie.

Samen met uw arbeidsdeskundige of adviseur werk van UWV WERKbedrijf bespreekt u uw situatie en uw hulpvraag. UWV WERKbedrijf kan een coach van een re-integratiebedrijf inschakelen om u te helpen bij uw onderzoek. Of (een deel van) de kosten van scholing vergoeden.

  • Gaat het om het verder ontwikkelen van persoonlijke- of werknemersvaardigheden?
  • Wilt u een scholing of opleiding gaan volgen?
  • Of gaat het u vooral om het opdoen van werkervaring?
  • Misschien bent u al toe aan werk en wilt u de mogelijkheden op de arbeidsmarkt onderzoeken?

 

Extra ondersteuning

Bent u jonggehandicapt en is er bij u sprake van een ernstige psychische aandoening (EPA), dan komt u misschien in aanmerking voor een intensief naar werk traject, begeleid via de methode Individuele Plaatsing en Steun (IPS). Hierbij wordt snel gezocht naar een betaalde baan, waarbij de wensen van u centraal staan. Een GGZ-instelling biedt hierbij langdurige ondersteuning, aan zowel u als aan uw collega’s en werkgever.  Deze methodiek wordt ondersteund door UWV WERKbedrijf en verschillende gemeentes.

UWV WERKbedrijf Rijk van Nijmegen zet sinds enkele jaren Ervaringsdeskundigen in, die op verzoek van de klant kunnen worden ingeschakeld. Een ervaringsdeskundige heeft het vermogen om door eigen herstelervaring, voor anderen ruimte te maken voor herstel.
De Ervaringsdeskundige heeft de eigen ervaring omgezet in ervaringskennis en is in staat om kennis ook professioneel in te zetten en over te dragen op anderen. En brengt zo ook het klantperspectief specifiek onder de aandacht van de medewerkers van UWV.
De Ervaringsdeskundige kan op verzoek van de klant ingeschakeld worden inzake vragen over (vrijwillig) werken en de (mogelijke) impact hiervan op de psychische gezondheid of verslaving, over bespreekbaarheid hiervan en over het omgaan met stigmatisering.
Ook faciliteren de Ervaringsdeskundigen de (online) HOP-training, specifiek over wat werkt bij verschillende vormen van openheid, bijvoorbeeld bij sollicitaties richting (aanstaande) werkgevers en bij werkhervatting richting (nieuwe) collega's.
Via de Werkmap of de contactpersoon van UWV kunt u in contact komen met de Ervaringsdeskundigen van UWV WERKbedrijf Rijk van Nijmegen.

Bent u jonggehandicapt (Indicatie Baanafspraak of Indicatie Beschut Werk) maar heeft u geen Wajong-uitkering? Dan is uw gemeente verantwoordelijk.
Uw gemeente biedt ongeveer hetzelfde aan als UWV WERKbedrijf, maar de re-integratie kan per gemeente verschillend zijn georganiseerd. Uw gemeente kan wel een beroep doen op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) voor specifieke ondersteuningstrajecten.

Kunnen wij u helpen?
Heeft u vragen over Sociale zekerheid of Wmo