WAO

De WAO is een uitkering voor werknemers die in het verleden arbeidsongeschikt zijn geworden. WAO staat voor Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.

Voor wie is de WAO?

De WAO is voor mensen die voor 1 januari 2004 voor het eerst ziek werden. Zij hebben al een WAO-uitkering.

Wordt u nu ziek? Dan krijgt u niet met de WAO maar met de WIA te maken. Tenzij:

  • U een gedeeltelijke WAO-uitkering heeft. Wordt u meer arbeidsongeschikt? Dan kan uw WAO-uitkering verhoogd worden.
  • U kreeg een WAO-uitkering en u werkt nu weer. Wordt u binnen 5 jaar ziek met dezelfde klachten als waarvoor u de WAO-uitkering had? Dan kijkt het UWV of u recht heeft op een WAO-uitkering.

Herbeoordeling

Krijgt u een WAO-uitkering? Dan kan het UWV u oproepen voor een herbeoordeling van uw arbeidsongeschiktheid. Het UWV beoordeelt dan of u nog steeds recht heeft op een WAO-uitkering, en hoe hoog die uitkering moet zijn. Redenen voor een herbeoordeling:

  • U geeft zelf aan dat uw gezondheidssituatie is verbeterd,
  • U geeft zelf aan dat uw gezondheidssituatie is verslechterd,
  • U gaat werken,
  • U gaat substantieel meer verdienen.  

 

Hoe ziet een herbeoordeling eruit?

De beoordeling bestaat uit 2 delen. Eerst heeft u een gesprek met een verzekeringsarts. Daarna met een arbeidsdeskundige. De beoordeling is erg vergelijkbaar met een WIA-beoordeling. 

 

Bezoek aan de verzekeringsarts

De verzekeringsarts bekijkt uw gezondheid, uw klachten en wat u nog kunt doen. Hij of zij gebruikt daarbij een zogenaamde ‘functionele mogelijkhedenlijst’ (FML). Op deze lijst staan zes onderdelen waarop u wordt beoordeeld, namelijk:

  • persoonlijk functioneren
  • sociaal functioneren
  • aanpassing aan fysieke omgevingseisen (de werkplek)
  • dynamisch handelen (bewegen)
  • statische houdingen (zitten en staan)
  • werktijden

Per onderdeel geeft de arts aan wat u kunt in vergelijking met een gezond persoon. Vindt de arts dat u nog mogelijkheden heeft om te werken? Dan krijgt u een gesprek met een arbeidsdeskundige. Dit gebeurt bij de meeste mensen. Soms krijgt u eerst nog een gesprek met een tweede arts van het UWV. 

 

Bezoek aan de arbeidsdeskundige

De arbeidsdeskundige kijkt welke banen u in theorie nog zou kunnen doen. Hij of zij gebruikt daarvoor een computersysteem waarin duizenden banen beschreven staan. De arbeidsdeskundige houdt rekening met de beperkingen die de arts heeft aangegeven. Ook zoekt de arbeidsdeskundige naar banen met een zo hoog mogelijk loon. Uiteindelijk kiest hij of zij de 3 banen uit met het hoogste loon. Deze banen zet hij in uw arbeidsmogelijkhedenlijst. De arbeidsdeskundige gebruikt het middelste loon om te berekenen wat uw arbeidsongeschiktheidspercentage wordt.

Voorbeeld:
Voor de herbeoordeling was Willem 80-100% arbeidsongeschikt. Voordat hij ziek werd verdiende Willem 1600 euro per maand. De arbeidsdeskundige vindt 3 banen die Willem nu kan doen. Het loon van de middelste baan is 1100 euro per maand.
Vroeger verdiende Willem 1600 euro per maand. Nu kan hij volgens de arbeidsdeskundige nog 1100 euro verdienen. Zijn arbeidsongeschiktheidspercentage wordt dan:

€ 1600 - € 1100
------------------------- x 100% = 31% arbeidsongeschikt
€ 1600
Het arbeidsongeschiktheidspercentage van Willem valt in de klasse 25-35%. De arbeidsdeskundige vindt Willem na de herbeoordeling dus minder arbeidsongeschikt.

 

Uitslag van de herbeoordeling

Bent u bij een herbeoordeling meer dan 15% arbeidsongeschikt verklaard? Dan houdt u recht op een (gedeelte) van uw uitkering.
Raakt u bij de herbeoordeling (een gedeelte van) uw uitkering kwijt? Dan is het de bedoeling dat u op zoek gaat naar werk. UWV kan u daarbij helpen. Lees voor meer informatie hierover onder 'Uitkering en werk'. Heeft u nog geen werk gevonden? Dan kunt u een WW-uitkering aanvragen.

Bent u het niet eens met de uitslag van de herbeoordeling?
Dan kunt u bezwaar maken en in beroep gaan.


Hoogte en duur WAO

Hoe hoog is uw WAO-uitkering?

De hoogte van uw WAO-uitkering hangt af van:

  • uw arbeidsongeschiktheidspercentage en
  • uw leeftijd op het moment dat u in de WAO kwam

 

Uw arbeidsongeschiktheidspercentage

De arbeidsdeskundige berekent uw arbeidsongeschiktheid door uw oude loon te vergelijken met wat u in theorie nog kunt verdienen.

Bijvoorbeeld:

Jan werkt als stucadoor. Hij verdient 1300 euro per maand. Door een schouderblessure kan hij niet meer terug in zijn eigen werk. Met ander werk kan hij volgens de arbeidsdeskundige in theorie 900 euro verdienen. Zijn arbeidsongeschiktheidspercentage is:

€ 1300 - € 900
------------------------- x 100 = 30 % arbeidsongeschikt
€ 1300

Elk arbeidsongeschiktheidspercentage hoort in een klasse. De klasse bepaalt de hoogte van de uitkering. Voor Jan is dit 28% van het dagloon of van het vervolgdagloon.

Klasse  Hoogte uitkering
15-25% 14% van het dagloon of vervolgdagloon
25-35%  21% van het dagloon of vervolgdagloon
35-45% 28% van het dagloon of vervolgdagloon
45-55% 35% van het dagloon of vervolgdagloon
55-65% 42% van het dagloon of vervolgdagloon
65-80% 50,75% van het dagloon of vervolgdagloon
80-100%  75% van het dagloon of vervolgdagloon

 

Uw leeftijd

Ook uw leeftijd is belangrijk voor de hoogte van uw uitkering.

  • U was ouder dan 33 op het moment dat u voor het eerst WAO kreeg. Dan krijgt u eerst een "loondervingsuitkering" en daarna een "vervolguitkering".
  • U was jonger dan 33 op het moment dat u voor het eerst WAO kreeg. Dan hebt u vanaf het begin een "vervolguitkering" gehad.

 

Loondervingsuitkering

Een loondervingsuitkering is tijdelijk. De uitkering wordt dan gebaseerd op het loon dat u verdiende in het jaar voordat u ziek werd (dagloon). Er geldt wel een maximum. De duur is afhankelijk van uw leeftijd op het moment dat u voor het eerst een WAO-uitkering krijgt.

Leeftijd waarop u WAO kreeg Duur loondervingsuitkering
33 t/m 37 jaar 6 maanden
38 t/m 42 jaar 1 jaar
43 t/m 47 jaar 1 jaar en 6 maanden
48 t/m 52 jaar 2 jaar
53 t/m 57 jaar 3 jaar
58 jaar 6 jaar
59 jaar en ouder tot 65ste

 

Vervolguitkering

Was u jonger dan 33 jaar toen u voor het eerst een WAO-uitkering kreeg of hebt u geen recht meer op een loondervingsuitkering? Dan krijgt u een vervolguitkering. De uitkering hangt af van uw arbeidsongeschiktheidspercentage en wordt gebaseerd op het minimumloon plus een verhoging. De verhoging hangt af van uw leeftijd op het moment dat u in de WAO kwam en het verschil tussen uw oude loon en het minimumloon. Een voorbeeld van de berekening van de hoogte van de vervolg-uitkering vindt u in de UWV-brochure: 'Hoe zit dat met WAO?'.

 

Hoe lang krijgt u een WAO-uitkering?

Als u arbeidongeschikt blijft, duurt uw (vervolg-)uitkering tot u uw pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt. Verandert er iets in uw gezondheid of gaat u werken? Dan kijkt het UWV opnieuw of u recht op een WAO-uitkering hebt. U krijgt dan een herbeoordeling.


Kunnen wij u helpen?
Heeft u vragen over Sociale zekerheid of Wmo